Cursus Spaans: Uitnodigen / Afspreken

Lees in het ATELIER hoe je mensen uitnodigt.

Aan de slag!

de toeristische bezienswaardigheden die je iemand zou kunnen tonen;
de andere plaatsen in de stad waar je naartoe zou kunnen gaan;
de sporten die je samen zou kunnen beoefenen;
dingen die je 's morgens, 's namiddags, 's avonds kan doen;
...

Gebruik nu de 3 constructies om iemand uit te nodigen voor zoveel mogelijk dingen.

Let op::

con + mí	wordt	conmigo
con + tí	wordt	contigo

We kennen reeds de vormen van het persoonlijk voornaamwoord dat meewerkend voorwerp is (zie de constructie van gustar)
Bij de vormen van de 1e en 2e persoon is er geen verschil tussen het lijdend en het meew.voorw.

We krijgen dus in beide gevallen: me, te, nos, os.

Bij die van de 3e persoon bestaat dat wel.
De vorm van het persoonlijk voornaamwoord hangt af van het woord dat het vervangt (net zoals in het Frans).

Lijdend voorwerp:

Veo	el anorak.	(m.enkv.)	Lo	veo.
	la blusa.	(vr.enkv.)	La
	los vestidos.	(m.mv.)	Los
	las camisas.	(vr.mv.)	Las

Meewerkend voorwerp

Da el libro	a Pablo.	(m.enkv.)	Le	da el libro.
	a Ana.	(v.enkv.)
	a mis amigos.	(m.mv.)	Les
	a mis amigas.	(vr.mv.)

Opmerking:
Als het lijdend voorwerp een persoon is, zegt men in het Spaans:

Veo

a tu hermano.

a tu hermana.

a tus hermanos.

a tus hermanas.

Lo/le

La

Los/les

Las

veo.

Het zelfstandig naamwoord wordt dan voorafgegaan door het voorzetsel a.

Ik zie je broer. = Veo a tu hermano.

Als het gaat om een mannelijke persoon vervangt men (in Spanje) het enkelvoud lo vaak door le en het meervoud los door les.

Vandaar: ¿Puedo invitarle...?
Als men een dame uitnodigt wordt dat dus: ¿Puedo invitarla...?

Lees in het ATELIER hoe je een uitnodiging aanvaardt of afslaat.
Onthou voor elk van beide één formule.

Opgelet

Spanjaarden verwachten bij een weigering dat je uitlegt waarom het niet gaat. Vandaar de nuttige formule
es que = het zit n.l. zo

Het werkwoord ZOUDEN

Zouden wordt niet vertaald door een apart werkwoord, maar door een wijze: de condicional.

Die wordt als volgt gevormd: infinitief + kenletters + uitgang.

infinitief	+ KL	+ UITG.
hablar	-ía	---	ik	zou	spreken
comer	-ía	-s	jij		eten
vivir	-ía	---	hij/zij/u		leven
	-ía	-mos	wij	zouden
	-ía	-is	jullie
	-ía	-n	zij

Vandaar me gustaría en me encantaría.

Leer in het ATELIER hoe je met iemand afspreekt.

monstertje dat vraagt: Hoe laat?

Probeer eerst een moment af te spreken. Stel eventueel een ander tijdstip voor.

ATELIER: Het uur
ATELIER: Tijdsaanduidingen (vooral "heden" en "toekomst)"

Spreek dan een plaats af.

monstertje dat vraagt: Waar?

delante de betekent vóór;

detrás de betekent achter.

De plaats van de winkels

BABBELATELIER

MAG IK U UITNODIGEN ...

A.Uitnodigen

Aan de slag!

B. De uitnodiging aannemen of afslaan

Het werkwoord ZOUDEN

C. Afspreken