BABBELATELIER

pijl links pijl rechts

IEMAND UITNODIGEN



toeristen maken een tochtje in een paardenkoets

Uitnodigen (invitar)

¿Puedo invitarle a
¿Puedo invitarla a
¿Puedo invitarles a
¿Puedo invitarlas a
tomar una copa?
cenar?
dar un paseo en carruaje de caballos?
¿Tienes ganas de salir conmigo esta noche?
ir a bailar?
ver una corrida?
jugar al tenis conmigo?
dar un paseo?
visitar la ciudad?
ir a la discoteca mañana?
¿Vamos al cine esta noche?
Mag ik u uitnodigen om



een glas te gaan drinken?
te gaan eten vanavond?
een ritje te maken met een paardenkoets?
Heb je zin om vanavond met mij uit te gaan?
te gaan dansen?
naar een corrida te gaan kijken?
met mij te tennissen?
een wandeling te maken?
de stad te bezoeken?
morgen naar de discotheek te gaan??
¿Gaan we naar de bioscoop vanavond?

De uitnodiging aanvaarden (aceptar la invitación)

Me encantaría. Gracias. Graag. Dank u. (ll.Dat zou me erg bevallen.)
Con mucho gusto. Graag. (ll.Met veel zin.)
¡Sí, claro! Ja, natuurlijk!
De acuerdo. Akkoord .
Vale. O.K.
Es una buena idea. Dat is een goed idee.
Sí¿ por qué no? Wel ja, waarom niet?

De uitnodiging afslaan (rehusar la invitación)

Lo siento, no puedo: es que ya tengo una cita.
Me gustaría mucho, pero tengo que trabajar.
Het spijt me, ik kan niet: [het zit n.l. zo: ] ik heb al een afspraak.
Ik zou heel graag, maar ik moet werken.


pijl links pijl omhoog pijl rechts

© Babbelatelier 2020