BABBELATELIER

HET SUBSTANTIEF EN ZIJN BEPALINGEN

HET ZELFSTANDIG NAAMWOORD (=ZN) OF SUBSTANTIEF

Het ZN  is één van de kernwoorden in de zin. Het is makkelijk te herkennen aan het feit dat we er een lidwoord vóór kunnen plaatsen.
        vb. een rok / de kast / het lichaam 
     

A. GESLACHT VAN DE SUBSTANTIEVEN

Substantieven hebben een eigen geslacht. Dat is niet altijd hetzelfde als in het Nederlands. Daarom moet je er altijd het lidwoord bij leren (un of el voor mannelijke woorden; una of la voor vrouwelijke).

Gelukkig helpt de uitgang ons vaak:

Monstertje met tips i.v.m. het geslacht van de ZN

Veel voorkomende uitzonderingen


    Vrouwelijke woorden op -o
  • la foto (< fotografía) = de foto
  • la mano = de hand
  • la moto (< motocicleta) = de motorfiets
  • la radio (< radiografía) = de radio
    Mannelijke woorden op -a
  • el clima = het klimaat
  • el día = de dag
  • el mapa = de kaart
  • el planeta = de planeet
  • el sofá = de sofa
  • el poeta = de dichter
  • woorden op -oma en -ema:
    vb. el problema = het probleem


B. VROUWELIJKE PERSONEN EN DIEREN

Zelfstandige naamwoorden veranderen niet van geslacht maar om vrouwelijke personen of dieren te benoemen vertrekken we vaak van het mannelijk:

Krijgen meestal een vrouwelijk equivalent op -a, woorden die eindigen op:


-o > -a: un panadero
un gato
una panadera
una gata
-or > -ora: un profesor una profesora
-ón > -ona: un patrón una patrona

Zijn hetzelfde voor beide geslachten:

woorden op -a: un florista una florista
woorden op -nte: un agente de viajes una agente de viajes
    Enkele uitzonderingen:
  • un dependiente > una dependienta (winkelbediende)
  • un presidente > una presidenta (voorzitter, president)

Maar sommige zijn volledig verschillend:

vb. mi marido (mijn man) >< mi mujer (mijn vrouw)
un gallo (een haan) >< una gallina (een kip)


C. MEERVOUD VAN DE SUBSTANTIEVEN

Zie meervoud van de adjectieven.



1. Het lidwoord

1) het onbepaald lidwoord

enkelvoud meervoud
mannelijk un hijo unos(*) pantalones
vrouwelijk una hija unas(*) gafas


(*)Normaal gebruikt men geen onbepaald lidwoord in het meervoud (zoals in het Nederlands)
     vb. een jongen = un chico; mv. jongens = chicos

tenzij het woord alleen in het meervoud bestaat:
     vb. unas gafas = een bril


    Unos en unas worden normaal gebruikt in de betekenis van:
  •  enkele:                              unos modelos = enkele modellen

  • ongeveer (vóór getallen):    unos veinte modelos = ongeveer 20 modellen


2) het bepaald lidwoord

enkelvoud meervoud
mannelijk el hijo los hijos
vrouwelijk la hija las hijas


OPGELET!

          vb. un ama de casa (vr.) = een huisvrouw >< una agencia de viajes = een reisagentschap
                el hambre (vr.)         = de honger        >< la habitación              = de kamer        

            Het woord blijft wel vrouwelijk: un ama de casa muy guapa = een zeer knappe huisvrouw

  • a + el > al al museo
    de + el > del del profesor
  • Het onzijdige lo wordt alleen gebruikt om van bepaalde woorden (vooral bijvoeglijke naamwoorden) zelfstandige naamwoorden te maken.
               vb. lo interesante = het interessante
  • Voor medio en otro gebruikt men geen onbepaald lidwoord 
                vb.
    Me pone medio kilo de tomates. (Geeft u me een halve kilo tomaten)
                      Me trae otra cerveza por favor.   (Brengt u me nog een biertje, a.u.b.)

  • Voor uren, dagen, delen van dagen en delen van het jaar gebruikt men vaak het bepaald lidwoord 
                vb. a las dos = om 2 uur
                      el lunes = maandag >< los lunes = 's maandags
                      por la tarde = 's middags
                      el mes pasado = vorige maand    
                (zie het uur, tijdsaanduidingen)

  • Let ook op de volgende constructies:
    Me  . gusta 
    encanta
    interesa
    el deporte Ik hou van sport.
    Ik hou erg veel van sport.
    Sport interesseert me.
    Me duele la cabeza. Ik heb pijn aan mijn hoofd.
    Quitarse la camisa. Zijn hemd uitdoen.
    El de la camisa blanca Die met dat wit hemd

2. Het bijvoeglijk naamwoord of adjectief (adj.)

Adjectieven

  • geven een kenmerk of eigenschap van het substantief.
  • staan meestal achter het zelfstandig naamwoord:
    vb. een blauwe jas <> un abrigo azúl
  • passen zich volledig aan aan het substantief waar ze bijstaan en nemen er dus het geslacht en het getal (enkelvoud of meervoud) van over. Dat betekent dat adjectieven 4 vormen kunnen hebben: één voor m. enkv., één voor vr. enkv., één voor m. mv. en één voor vr. mv.

A. HET VROUWELIJK VAN DE ADJECTIEVEN

Monstertje met tips i.v.m. het vrouwelijk van de adjectieven

B. HET MEERVOUD VAN ADJECTIEVEN EN SUBSTANTIEVEN

Monstertje met tips i.v.m. het vrouwelijk van de adjectieven
Uitzonderingen:
woorden die eindigen op regel voorbeeld
een beklemtoonde -í of -ú +-es el champú > los champúes
een onbeklemtoonde klinker + -s onveranderd el lunes > los lunes
la crisis > las crisis
-z > -ces el lápiz > los lápices
feliz > felices

C. OVEREENKOMST EN PLAATS VAN HET ADJECTIEF

a) overeenkomst


Het adjectief komt in geslacht en getal overeen met het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

un tomate rojo una fresa roja
dos tomates rojos dos fresas rojas
un coche azul una chaqueta azul
dos coches azules dos chaquetas azules


    Opgelet als het adjectief bij 2 substantieven staat:

  1. van hetzelfde geslacht: --> dat geslacht in het meervoud
    vb. una bolsa y una bufanda rojas
  2. van verschillend geslacht: --> mannelijk meervoud:
    una bolsa y un abrigo rojos

Het gezegde komt overeen met het onderwerp.

El coche es rojo. La fresa es roja.
Los coches son rojos. Las fresas son rojas.


    Opgelet: kleuraanduidingen
  • substantieven die een kleur aanduiden blijven in de regel onveranderd
    vb. un coche naranja / dos coches naranja (una naranja = een sinaasappel = een ZN)
  • samengestelde adjectieven blijven onveranderd
    vb. 2 chaquetas azúl marino = 2 marineblauwe vesten
    vb. una chaqueta azúl claro = een lichtblauw vest

b) plaats van het adjectief

Het adjectief staat meestal achter het zelfstandig naamwoord.
(Dit is altijd het geval voor bijvoeglijke naamwoorden die een kleur of een nationaliteit aanduiden.)

Het kan echter ook vóór het substantief geplaatst worden.
Sommige veel gebruikte adjectieven zoals goed (bueno), slecht (malo), groot (grande), klein (pequeño) die weinig betekenis hebben bevinden zich vaak vóór hun substantief.

Drie speciale adjectieven: bueno, malo, grande

 

bueno  > buen
malo    > mal
 voor een  mannelijk substantief in het enkv.
grande > gran  voor een substantief in het enkv.

 

vb. un buen autor  (= een goede auteur) >< una buena idea (= een goed idee)
      un gran actor, una gran actriz (een groot acteur, een grote actrice)


© Babbelatelier 2022