Laten we beginnen met de namen te leren van de lichaamsdelen.
De liefde gaat misschien door de maag, maar het oog wil ook wel wat.
Fysieke eigenschappen zoals lengte, postuur, haarkleur e.d. zijn kenmerkend voor een bepaalde persoon.
Daarom worden zij uitgedrukt met het werkwoord ser dat gebruikt wordt voor essentiële, blijvende eigenschappen.
De afbeelding hieronder dient als geheugensteuntje.
In het ATELIER kan je de woordenschat vinden die je hierbij kan gebruiken. Let vooral op de vertaling van "groot" en "klein" bij personen en op het suffix -oso bij adjectieven dat wijst op een grote hoeveelheid: vb musculoso = met veel spieren.
Als het om lichaamsdelen gaat, vertalen we hebben meestal door tener, maar soms ook door llevar.
De volgende afbeelding illustreert wanneer.
Bekijk nu in het ATELIER hoe men lichaamsdelen beschrijft.
Vóór lichaamsdelen gebruikt men het bepaald lidwoord.
la boca | fina / pequeña, ... |
los ojos | azules / tristes, ... |
el mentón | cuadrado ... |
een | fijne / kleine mond |
droevige, blauwe | ogen |
een | vierkante kin ... |
Je beste vriendin is plots verdwenen.
De politie vraagt je haar te beschrijven.