BABBELATELIER

pijl links pijl rechts

BOODSCHAPPEN DOEN


A. Hoeveelheden en verpakkingen

icon DICO

Leer nu spreken over hoeveelheden en verpakkingen.

Heb je het gemerkt?

  1. geen onbepaald lidwoord voor medio
    vb. een halve kilo = medio kilo
  2. na een woord dat een hoeveelheid uitdrukt volgt altijd de voor de bepaling
    vb. una caja de leche = een pak melk

Quisiera ... = Ik zou ... willen

Bekijk nu de afbeelding en zeg wat je zou willen:
vb Ik zou 2 flessen melk willen = Quisiera dos botellas de leche.


B. Boodschappen doen

Leer in het ATELIER hoe je dingen bestelt bij de kruidenier.

Merk op:

  1. het onbepaald lidwoord in het meervoud vóór een getal = "ongeveer"
    vb.unos 200 gramos = zo'n 200 gram
  2. Om naar de prijs te vragen gebruikt men
    • ser om te weten hoeveel men moet betalen
      vb. ¿Cuánto es? = Hoeveel is het?
    • estar om te weten wat de prijs van de dag is
      vb. ¿A cuánto están las uvas? = Hoeveel staan de druiven?

Actie: Ir de compras (boodschappen doen)

Je moet de inkopen doen voor het ontbijt van vorige les.
Gebruik de uitdrukkingen:


C. Een keuze maken

De winkelier vraagt je je keuze te maken. Welke 2 opties stelt hij voor?

Deze hier of die daar?

Er zijn nog andere manieren om een keuze uit te drukken: je kan ook aanwijzen welk product je wil. Daarvoor gebruiken we aanwijzende voornaamwoorden..
Lees vlug de tips.


Doe nu zoals in het voorbeeld.
Vervang melón door botellas, queso, galletas, manzana, pomelos.

vb. ¿Quiere este melón o ése?
(Wil u deze meloen of die daar?)