Er zijn 3 regelmatige vervoegingen:
werkwoorden op -ar
-er
-irmodel hablar = spreken
model comer = eten
model vivir = leven
I. DE ONVOLTOOIDE TIJDEN
1. presente de indicativo (OTT van de Indicatief)
vorming: stam + uitgang
|
habl-ar |
com-er |
viv-ir |
|||||||
(yo) (tú) (él/ella/usted) (nosotros,-as) (vosotros,-as) (ellos/ellas/ustedes) |
habl- |
a a a á a |
o s
mos is n |
com- |
e e e é e |
o s
mos is n |
= = =
= |
viv- |
e e i
e |
o s
mos is n |
Merk op:
- In de 1e persoon enkelvoud is er geen onderscheid tussen de vervoegingen.
- In de andere personen verschillen 1e en 2e vervoeging alleen door hun typische klinker.
- De werkwoorden op -er en -ir verschillen slechts in 5 vormen van elkaar waarvan we er nu al 3 kennen: de infinitief en de 1e en 2e persoon meervoud van de OTT
Wederkerende werkwoorden
hebben dezelfde uitgangen als de reeks waartoe ze behoren. Zoals in het Nederlands gaan ze vergezeld van een wederkerend voornaamwoord, maar dit voornaamwoord staat normaal vóór de werkwoordsvorm zoals in het Frans.
|
lavarse |
zich wassen |
(yo) (tú) (él/ella/usted) (nosotros,-as) (vosotros,-as) (ellos/ellas/ustedes) |
me lav-o te lav-as se lav-a nos lav-amos os lav-áis se lav-an |
ik was me jij wast je hij wast zich wij wassen ons jullie wassen je zij wassen zich |
Opmerking:
Soms kan men het wederkerig werkwoord niet letterlijk vertalen. In het volgende geval krijgt het bijvb. een passieve betekenis:
se utiliza = het wordt gebruikt / men gebruikt het
opgelet: spellingsproblemen!
- Vermits in de 1e vervoeging alle uitgangen beginnen met -o of -a zijn hier geen spellingsproblemen.
- Bij werkwoorden van de 2e of 3e vervoeging waarvan de stam eindigt op -c, -g, -gu,-qu bestaan die echter wel vóór de -o van de 1e p.enkv. (zie spellingsproblemen)
vencer coger distinguir delinquir venzo cojo distingo delinco
2. Zijn afgeleid van de presente de indicativo:
a) De subjuntivo presente
Deze tijd bestaat nauwelijks in het Nederlands. Men vindt hem alleen in geijkte uitdrukkingen zoals "Leve de koning!".
Hij wordt vertaald met onze OTT.
Hij wordt gevormd op de 1e p.enkv. van de presente de indicativo.
vorming:
|
habl-ar |
com-er |
viv-ir |
|||||||
(yo) (tú) (él/ella/usted) (nosotros,-as) (vosotros,-as) (ellos/ellas/ustedes) |
habl- |
e e e e é e |
  s
mos is n |
com- |
a a a a á a |
  s
mos is n |
= = = = = = |
viv- |
a a a a á a |
  s   mos is n |
- de kenmerkende klinker (e in de 1e vervoeging; a in de andere 2)
- de o van de 1e p.enkv. is vervangen door de kenmerkende klinker
- er is geen onderscheid meer tussen 2e en 3e vervoeging
- vermits de kenmerkende klinkers omgewisseld zijn, zijn er spellingspoblemen in alle vervoegingen
b) De imperativo (de imperatief of gebiedende wijs)
vorming:
|
habl-ar |
com-er |
viv-ir |
enkv | habla | come | vive |
meerv. | hablad | comed | vivid |
- enkelvoud = 3e p. enkv. van de OTT
uitzonderingen:ser haber tener decir(1) hacer(2) sé he ten di haz ir poner salir valer venir ve pon sal val ven - (1) samenstellingen van decir hebben een regelmatige imperatief op -dice.
- (2) maar satisfacer heeft een regelmatige imperatief: satisface, satisfaced
- meervoud = stam + kenletter + d