BABBELATELIER

HET VOORNAAMWOORD

De meeste voornaamwoorden kunnen zowel bijvoeglijk als zelfstandig gebruikt worden.

vb. Dat is ons boek. (staat bij een ZN, dus gebruikt als een adj.)
vb. Dat is het onze . (vervangt het ZN, dus zelfstandig gebruikt)

B. HET BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD

1. BIJVOEGLIJK GEBRUIKT

 

enkelvoud

meervoud

mijn

jouw

zijn/haar/uw

onze
jullie


hun/uw

mi

tu

su

nuestro, nuestra
vuestro, vuestra

su

hijo / hija

mis

tus

sus

nuestros, nuestras
vuestros, vuestras

sus

hijos / hijas


Het bijvoeglijk gebruikt bezittelijk voornaamwoord komt overeen met het woord waar het bij staat zoals een adjectief.




2. ZELFSTANDIG GEBRUIKT

 

enkelvoud

meervoud

  mannelijk vrouwelijk mannelijk vrouwelijk

de mijne

de jouwe

de zijne/de hare/de uwe

de onze
die van jullie

de hunne/de uwe

el mío

el tuyo

el suyo

el nuestro 
el vuestro 

el suyo

la mía

la tuya

la suya

la nuestra
la vuestra

la suya

los míos

los tuyos

los suyos

los nuestros 
los vuestros 

los suyos

las mías

las tuyas

las suyas

las nuestras
las vuestras

las suyas


Het zelfstandig gebruikt bezittelijk voornaamwoord neemt het geslacht en getal over van het woord dat het vervangt.

vb. Mi padre se llama Alberto.  ¿Y el tuyo? - El mío se llama Alex.
      Mi madre se llama Carmen. ¿Y la tuya? - La mía se llama Juanita.




pijl links pijl omhoog pijl rechts

© AV-atelier 2020