BABBELATELIER

Vertaalvak




HET HUIS: DE KAMERS (La casa: los cuartos)


8. Het washok (El lavadero)

Klik op de cijfertjes om de vertaling te zien in het vertaalvak.


UITBREIDING

A. Wassen en strijken (= lavar y planchar)

een wasmiddel een wasverzachter waslijn met T_shirt opgehangen met 2 wasknijpers

B. Verstellen (= remendar (ie))

  het naaigaren  een schaar bol wol met 2 breinaalden een naald met draad een speldenkussen met spelden een speld een knoop met naald en draad

C. Schoonmaken (= limpiar)

een stofzuiger een bezem een handborstel een vuilnisblik een vuilniszak een vuilnisbak een dweil een trekker een zeem(vel) een schoonmaakmiddel een raamwisser