Laten we beginnen met de voorwerpen in de badkamer te leren benoemen.
Leer nu de actiewerkwoorden van de persoonlijke hygiëne
limpiarse los dientes | zijn tanden poetsen |
lavarse el pelo | zijn haar wassen |
cepillarse el pelo | zijn haar borstelen |
Vóór lichaamsdelen gebruikt men meestal het bepaald lidwoord i.p.v. het bezittelijk adjectief. Ik zeg dus:
me limpio los dientes | ik poets mijn tanden |
te limpias los dientes | jij poetst je tanden |
se limpia los dientes | hij/zij/u poetst zijn/haar/uw tanden ... |
Leer nu de woordenschat van de cosmetica
Antwoord dan in het Spaans op de volgende vragen:
⸘Qué necesitas (Wat heb je nodig ...)