BABBELATELIER

pijl links pijl rechts

BEGIN EN EINDE VAN DE CONVERSATIE

A. (Be)groeten

Buenos días señora / señoras.
Buenas tardes, señorita / senoritas​.
Buenas noches, señor / señores.
señores Semur
Bienvenidos damas y caballeros.
Hola, Erik.
chicas.
a todos.
Goedemorgen, / Goedendag, mevrouw /dames.
Goedemiddag,/Goedenavond, juffrouw / jongedames
Goedenavond ,/Welterusten, mijnheer / heren.
meneer en mevruw Semur. 
Welkom, dames en heren.
Dag,/Hallo, Erik.
meisjes.
iedereen.

En nog, informeel!

¡Hey, mira quién está aquí!
¡Youhou, Lise !
Lina, ¡cuánto tiempo sin vernos!
Nadia, ¿eres tú? No te había reconocido con las gafas.
Señor Carrón, ¡qué agradable sorpresa!
He, kijk wie we hier hebben !
Yoehoe, Lise!
Lina, dat is lang geleden!
Nadia, ben jij dat? Ik had je niet herkend met die bril.
Meneer Carrón, wat een leuke verrassing!

B. Groeten en vragen naar de gezondheid

Buenos días, señora.¿Cómo está usted?
Muy bien, gracias. ¿Y usted? ,
También muy bien, gracias.
Hola, Pedro. ¿Qué tal?
No me quejo. ¿Y tú ?
Goeiedag, mevrouw. Hoe maakt u het?
Zeer goed, dank u. En U?
Ook zeer goed, dank u.
Hallo, Pedro. Hoe gaat het?
Ik heb niet te klagen. En jij?

Hoe antwoorden op ¿Cómo está(s)?

Het gaat hier om een beleefdheidsformule. Niemand verwacht dat je echt op de vraag antwoordt tenzij het om een goede vriend gaat of in speciale beroepssituaties.
Hier volgen enkele mogelijke antwoorden:

Muy bien. Heel goed.
Superbién. Super.
Bien bien. Goed, goed.
Todo bien. Alles kits
Bien. Goed.
No me quejo. Ik klaag niet. / Ik heb niet te klagen.
Regular. Gewoon.
Normal. OK.
Más o menos. Zo,zo.
Así así. Comme ci comme ça.
Podría estar mejor. Het kon beter
No muy bien. Niet zo goed
Mal. Slecht.
Muy mal. Zeer slecht.
Fatal. Afschuwelijk.+


In een hospitaal kan men bijvb wel een antwoord verwachten:
Buenos días, señor X .../ Hola, Pedro ... Dag, meneer X / Hallo Piet ...
¿Cómo está usted hoy? Hoe maakt u het vandaag?
¿Ha tenido un buen día? Heeft u een goede dag gehad?
¿Ha tenido una buena noche? Heeft u een goede nacht gehad?
¿Te sientes mejor ahora? Voel je je nu beter?


Of bij een vriend kan men wel verder ingaan op een negatief antwoord
Es verdad que tienes mala cara. Het is waar dat je er maar pips uitziet.
¿Qué (te) pasa? Wat heb je voor?

C. Afscheid nemen

Adios.
Hasta luego. ,
Hasta mañana.
Hasta pronto. ,
Hasta la próxima (vez). ,
Tot ziens.
Tot ziens.​ Tot binnenkort. ,
Tot morgen.
Tot gauw. ,
Tot de volgende keer. ,

pijl links pijl omhoog pijl rechts